een rivier maken 2

Pagina top navigatie elementen

Een rivier maken: uitvoeren van het experiment

Transcript

LEERLING: Oh modderbad! Wie wil een modderbad?
LEERLING: Jij maak dat ding zo vol dat het wel schoon kan?
LEERLING (lachend): Ja.
LEERLING: Ik ben helemaal vies, Daniël…
LEERLING: Iew, bah.
LEERLING: Oh dat lucht op zeg!
LEERLING: Dat is echt heel vies.
LEERLING: Hier zou ik niet graag in willen springen.
LEERLING: Voor hoeveel, voor hoeveel?
LEERLING: Doe dan.
LEERLING: Nee voor hoeveel?
LEERKRACHT: Wat zijn jullie, wat zijn jullie nou vol aan het laten lopen? Hoe heet dat ook alweer bij een rivier?
LEERLING: Een buffer.
LEERKRACHT: Een buffer, ja dat is een buffer ja. Dus jullie laten nou eigenlijk even de buffer vollopen…
LEERLING: En dan kijken wat er gebeurt.
LEERKRACHT: …en dan kijk je wat er gebeurt. Ja jullie werken precies andersom, of niet?
LEERLING: Ja we wilden eigenlijk gewoon die hele rivier gewoon vol laten lopen, niet per se van één kant, maar gewoon tot ie vol zat.
LEERLING: Moet je voorstellen dat dit de Rijn is dan moet het een enorme slang zijn.
LEERLINGEN: (lachen)
LEERKRACHT: Nou ja…
LEERLING: Meneer?
LEERKRACHT: Dat klopt, ga maar eens kijken bij de Rijn op het ogenblik. Hoe hoog het staat.
LEERLING: Zo Bart, jij hebt veel gedronken.
LEERLING: Ja ik weet het.
LEERKRACHT: Maar het water blijft toch aardig staan, moet je kijken het loopt al behoorlijk vol. Goed zo. Prima. Ga maar door. (…)
LEERLING: Meer water, ik doe het bijna niet meer.
LEERKRACHT: (…) stromen of niet?
LEERLING: Water?
LEERLING: Meer water, ik moet meer drinken anders eh, dan stopt het.
LEERLING: Nou wie wil er een modderbad?

Wat zie ik hier?

  • School: De Grondtoon
  • Les: Een rivier maken
  • De leerlingen van groep 8 zijn bezig met een project over water en de waterkringloop. In groepjes hebben ze hun eigen onderzoeksvraag opgesteld en een manier bedacht om antwoord op hun vraag te krijgen. Andere groepjes hebben zich een ontwerpvraag gesteld. In dit fragment zien we een groepje leerlingen aan het werk dat een rivier wil namaken, inclusief waterval.

Wat doet de leerkracht?

De leerkracht reageert positief op het handelen van het groepje leerlingen. Ze zijn goed op weg in de uitvoer van het experiment. Hij laat de leerlingen verwoorden wat ze aan het doen zijn en haalt daarbij hun voorkennis op ('Hoe heet dat ook al weer bij een rivier?').

Wat doen de leerlingen?

De leerlingen voeren het experiment uit, maar niet helemaal volgens plan. 'We wilden eigenlijk gewoon de hele rivier vol laten lopen, niet perse van een kant'. Maar met dit aangepaste plan lukt het ook. Ze laten de buffer vollopen tot de nagemaakte rivier ook volstroomt.

lesfasen